Systeem controller (CZ-64ESMC2)
Individueel beheer is mogelijk voor maximaal 64 groepen, 64 binnenunits.
Het beheer van 64 binnenunits is verdeeld in vier zones. (Eén zone kan maximaal 16 groepen bevatten, met in iedere groep 8 units)
De volgende functies zijn beschikbaar: AAN/UIT, modus selecteren, ventilatorsnelheid instellen, richting van de luchtstroom wijzigen (alleen indien geen afstandsbediening wordt gebruikt), status van operatie bekijken, foutmeldingen monitoren, ventilatie reguleren, beperkingen opleggen aan bediening op afstand, etc.
Individueel: Geen beperkingen worden opgelegd aan het besturen van de unit op afstand. De aangeboden functies worden echter aangepast op de laatste instellingen van de controller (de laatst ingestelde prioriteit)
Beperking 1: De afstandsbediening kan niet worden gebruikt om de unit AAN/UIT te zetten. (alle andere functies zijn wel beschikbaar)
Beperking 3: De afstandsbediening kan niet worden gebruikt om de modus te veranderen of temperatuur in te stellen. (alle andere functies zijn wel beschikbaar)
Beperking 4: De afstandsbediening kan niet worden gebruikt om de modus te veranderen. (alle andere functies zijn wel beschikbaar)
Afmetingen (H x B x D): 120 mm x 120 mm x 21 mm + 69 mm.
Stroomvoorziening: 220 tot 240 V wisselstroom.
I/O-onderdeel: Remote input (effectief voltage: 24 V gelijkstroom): Alle units AAN/UIT. Remote output (contact zonder voltage): Alle units AAN/UIT (externe stroomvoorziening van maximaal 30 V wisselstroom, max 1 A).
Totale lengte van de bekabeling: 1 km voor ieder systeem.
Kan in combinatie met een afstandsbediening, intelligente controller, timer-programma, etc. worden gebruikt
(Maximaal tien systeem controllers kunnen worden aangesloten, inclusief andere centrale controllers die zich op hetzelfde circuit bevinden).
(Indien de systeem controller in combinatie met een draadloze afstandsbediening wordt gebruikt zijn er beperkingen voor de gebruiksmodus. Gebruik daarom alleen de modi "individueel" en "centraal 1").
Het aansturen van systemen zonder een afstandsbediening en/of hoofd-/subsystemen (maximaal twee units) is mogelijk.
Externe contacten op centrale controllers
Terminals voor monitoren op afstand:
A1) Input om airconditioners gelijktijdig AAN te zetten
A2) Input om airconditioners gelijktijdig UIT te zetten
A3) Gemeenschappelijk input voor het AAN/UIT zetten van airconditioners
B1) Output voor operatiestatus indicator
B2) Output voor alarmindicator
B3) Output voor indicator voor gemeenschappelijk gebruik
Een beheermodus die overeenkomt met de omstandigheden waarin de unit gebruikt wordt kan worden geselecteerd uit tien verschillende patronen
A. Modus: centrale beheermodus of afstandsbedieningmodus kan worden geselecteerd.
Centrale beheermodus: De systeem controller wordt gebruikt als een apparaat voor gecentraliseerd beheer. (Functies van de afstandsbediening kunnen worden geblokkeerd vanuit de systeem controller)
afstandsbedieningmodus: De systeem controller wordt gebruikt als een afstandsbediening. (Functies van de systeem controller kunnen worden geblokkeerd vanuit de centrale beheerunit)
B. Modus kiezen: “Alle”-modus of zone 1-, 2-, 3- of 4-modus selecteren.
“Alle”-modus: Alle, zone of groepsunit kan worden geselecteerd.
Zone 1-, 2-, 3- of 4-modus: Deze instelling is alleen mogelijk voor buitenunits in zone 1, 2, 3 of 4.
A. Beheermodus voorbeeld 2: Centraal beheer voor zone 1
B. Beheermodus voorbeeld 3: Beheer op afstand voor zone 2
C. Beheermodus voorbeeld 4: Centraal beheer voor zone 3
D. Beheermodus voorbeeld 5: Beheer op afstand voor zone 4
E. Beheermodus voorbeeld 1: Alle zones centraal beheerd
F. Systeem controller
G. Individuele afstandsbediening
H. Groepsbeheer
I. Systeem zonder een afstandsbediening
J. Een groep units beheren zonder afstandsbediening
