Topcomfort met Panasonic VRF
Alle Panasonic VRF-systemen bevatten sinds 2006 standaard de speciale VET technologie met variabele koeltemperatuur

Variabele verdampings- en condensatietemperatuur
Het slimme systeem controleert iedere 30 seconden de temperatuur en past automatisch de temperatuur van het koudemiddel aan op de daadwerkelijke behoeften en buitenomstandigheden, wat betere energieprestaties oplevert
Verdampingstemperatuur van koudemiddel (°C)
Temperatuur varieert van 16 °C tot 3 °C.
Ook de condensatietemperatuur is variabel en wordt aangepast op de thermische belasting in de ruimte binnen een temperatuurbereik van 33–55 °C.
Condensatietemperatuur (°C)
Condensatietemperatuur (°C)

A. Besparing
B. Wordt aangepast op de thermische belasting in de ruimte
C. Comfort
D. Thermische belasting
1. Variabele verdampingstemperatuur
2. Constante verdampingstemperatuur
3. Variabele condensatietemperatuur
2. Constante verdampingstemperatuur
3. Variabele condensatietemperatuur
4. Constante condensatietemperatuur
Voorbeeld van koelmodus (verwarmingsmodus is eveneens beschikbaar)

A
Binnenomgeving met lage thermische belasting
De verdampingstemperatuur wordt op een hoge temperatuur gehouden
Maximale energiebesparingen
B
Hoge thermische belastingThe verdampingstemperatuur wordt verlaagd, waarbij het systeem zichzelf aanpast aan de thermische belasting
Maximaal comfort
C
Maximale thermische belastingDe verdampingstemperatuur wordt verder verlaagd
Maximale prestaties
1. Evaporation temperature
2. Room thermal load
2. Room thermal load
Technische focus variabele temperaturen

A. Verdampingstemperatuur
B. Condensatietemperatuur
C. Optimaal bereik voor de compressor
D. Thermische belasting
B. Condensatietemperatuur
C. Optimaal bereik voor de compressor
D. Thermische belasting
Beheer van de uitlaattemperatuur
Deze speciale functie is beschikbaar op alle binnenunits van Panasonic VRF-systemen om een maximaal comfort voor de eindgebruiker te garanderen.
Indien de temperatuur van uitgeblazen lucht in koelmodus bijvoorbeeld lager dan 10 °C is, kan de gebruiker ongemak ervaren. Dat geldt ook indien de temperatuur in verwarmingsmodus te hoog is. Dankzij de mogelijkheid de uitlaattemperatuur te beheren kan de temperatuur van uitgeblazen lucht worden aangepast binnen een temperatuurbereik van 7–22 °C.
A. Inlaat
B. Ventilator
C. Batterij R410A
D. Uitlaat > voorbeeld van koeling > Kan worden ingesteld tussen 7 en 22 °C
E. Thermistor voor luchtinlaat
F. Thermistor voor koeling IN E1 / OUT E3
G. Thermistor voor luchtuitlaat
